Chinees nieuwjaar : nieuw project?

Omdat ik een beetje vastliep wat teken onderwerpen betreft besloot ik me aan te melden voor de Spoonflower pattern challenge – ik wil al heel lang patroon leren tekenen. De ‘prompt’ was ‘Year of the rabbit’. Ik zag direct een beeld voor me van een konijntje omringd door worteltjes. Totaal ongeschikt als patroon, maar dit werkte ik uit. Ik deed er een paar dagen over. Het werd een soort mandala en ik bedacht dat als ik van elk sterrenbeeld een dergelijke prent zou maken het misschien een leuk kaart- of kleurboekproject zou worden … dat patroontekenen moest maar even wachten.

Wolfie en de Toverfluit 3: Het optreden

Deze tekening kostte mij de nodige hoofdbrekens. Niet wat betreft Wolfie en z’n vader die had ik direct voor ogen: 

Wolfie op het puntje van z’n stoel want gegrepen door de muziek, maar ook omdat volwassen stoelen te groot zijn voor kleine wolfjes. Dus houdt ie zich vast aan de rand en bungelen z’n beentjes (wie herinnert zich niet hoe lekker dat voelde?!). Papa Leo zit er ontspannen, als in trance naast. Dat beeld was dus duidelijk.

Ik had een ā€˜probleem’ met de muzikanten. In eerste instantie wilde ik het hele podium laten zien (de podia van de Festivalhal zijn erg indrukwekkend!) met een volledig orkest. Dus ik vroeg me af hoe een orkest dat de Kleine Nachtmuziek uitvoert er uitziet. Ik zocht het op: twee violen, altviool en cello eventueel aangevuld met een contrabas. Een kamerorkestje, dus. Mijn beeld veranderde, maar werd er niet duidelijker op.

En dan zat ik nog met het publiek. Aanvankelijk was ik van plan andere dieren als schimmen in het donker naast en om Wolfie en z’n vader heen te tekenen. Dat werkte niet, te slordig. Uitwerken dan maar. Maar daar ging heel veel tijd in ging zitten. Daarbij leidde het andere publiek de aandacht af van Wolfie. 

Ik herlas het  manuscript en opeens viel me de zin ā€œHet lijkt wel of het orkest alleen voor Wofie en papa speeltā€ op. Die zin loste al mijn problemen op. Ik zoomde letterlijk in op Wolfie en z’n vader en koos twee instrumenten – ƩƩn waarvan een cello, omdat die later in het verhaal voorkomt – die ik muzikanten voor hun neus liet spelen in een goudachtig licht waarin de rest van de omgeving verdwijnt. 

De compositie bepaal ik door de schetsen van de figuurtjes uit te knippen en er net zo lang mee te schuiven  tot het voor mijn gevoel klopt. Zodra ik tevreden ben leg ik die versie op mijn lichtbak en trek het geheel over.

Voor de juiste poses van de muzikanten gebruik ik foto’s.

De complete illustratie stond uiteindelijk iets te ā€˜hoog’ op het papier. Maar omdat het boek net iets kleiner van formaat is dat de pagina’s kon ik dat met I scannen ā€˜corrigeren’ en hoefde het niet opnieuw.

#wolfieendetoverfluit #kinderboek #childrensbook #prentenboek #picturebook #picturebookillustration #Mozart #pws #profielwerkstuk #kamerorkest #optreden #aquarel #pentekening #pendrawing 

Wolfie en de toverfluit: Voor de grote festivalhal

Wolfie en de Toverfluit 2: Voor de Grote festivalhal

Dit zijn Wolfie en zijn vader. Ze staan voor de Grote Festivalhal in Salzburg. Ik wist niet hoe dat gebouw eruit zag, dus zocht ik het op (foto 2 onder – hoera voor internet!)

Ik vond het  aan de buitenkant eigenlijk nogal suf. Ik had iets meer krullerig en zwierig verwacht (voor mij is Mozart = barok XL). Ik heb nog naar een alternatief gezocht en vond het Mozarteum (foto 2 boven) maar mijn achternichtje hield aan de locatie vast.

Gelukkig houd ik ook van rechte lijnen. Dus plaatste ik Wolfie en z’n vader voor de trap van de entree. In eerste instantie gebruik ik een lineaal, maar omdat ā€˜clean recht’ niet bij mij past, trek ik die lijnen daarna handmatig over. Het was even zoeken maar ik ben heel tevreden over hoe de illustratie er uiteindelijk uitziet, helemaal met het warme geel van de muur, en het sepia grijs van de ramen.

#wolfieendetoverfluit #kinderboek #childrensbook #prentenboek #picturebook #picturebookillustration #Mozart #pws #profielwerkstuk  #grossesfestspielhaus #aquarel #pentekening #pendrawing 

Wolfie en de toverfluit

Draadje over Wolfie en de toverfluit 1: Wolfie

Eind januari vroeg mijn achternichtje mij of ik mee wilde werken aan haar prentenboek. Bij de vraag stuurde ze het verhaal en de illustratie-instructies mee en ik was direct enthousiast en vond de naam Wolfie geweldig. 

Ik had ook direct een beeld hoe deze Wolfie er uit moest zien : een schattig, ā€˜realistisch’ wolfje, met een rood jasje als link naar Mozart. Ik twijfelde of ik hem ook  een pruikje zou geven (daar kan je ook leuke dingen mee: scheefzitten, afglijden, verliezen en het staartje met het strikje zou extra expressie kunnen geven).

Maar in mijn schetsen werkte het niet. Dus de pruik werd een krul op z’n voorhoofd. 

Verder gaf ik hem een mooie krulstaart net (zoals mijn Smoke āœØšŸ¤āœØ), geen broek (want een kind) en grote voeten (sommige  jonge hondjes hebben dat ook even, dat geeft ze iets ontzettend schattigs).

Ik appte de schets en mijn achternichtje was spontaan verliefd.

Living as a Stroke Survivour for Dummies : Hulphond

Hulphond

Op dit moment ben ik, drie maand nadat we Smokey hebben laten inslapen, op zoek naar een nieuwe hond. Leven zonder kan en wil ik me inmiddels niet voorstellen. Eigenlijk vind ik dat alle mensen die met nah of een andere beperking leven een hond zouden moeten (kunnen) nemen Niet zozeer als hulphond, dat was Smokey ook niet, want officieel kom ik daar (gelukkig) niet voor in aanmerking. Officieus daarentegen…

Mijn eerste hond nam ik na mijn beroerte. Niet direct, daar ging een klein aanloopje aan vooraf. Na mijn infarct hamerde mijn ergotherapeut er voortdurend op hoe ontzettend gezond wandelen is voor mensen in mijn situatie: het ontspant, verbetert de nachtrust en de conditie, het is goed voor spieren, botten, hart ĆØn bloedvaten en het heeft een positief effect op het geheugen en het humeur. Mijn sessies met haar voelden soms als een zich herhalende SIRE-reclamespot. Maar de boodschap was duidelijk: ik moest gaan wandelen!

En daarmee doelde mijn ergo niet op het voortbewegen dat bergschoenen vereist, de betekenis die ik als jong-tot-voor-kort-gezond-mens onder ā€˜wandelen’ verstond lopen waarbij je minstens een dagdeel mee kwijt bent, de categorie die tegen ā€˜hiken’ aanschurkt. Nee, mijn ergo’s ā€˜wandelen’ waren ā€˜ommetjes’, gewoon door de buurt. Ergens anders mocht ook, maar vanuit huis, was het meest praktisch (als ik mijn bergschoenen daar graag bij aantrok dan, mocht dat, daar was ze heel inschikkelijk in.) Dat soort wandelen vond ik hopeloos suf. Dat telde ik niet eens mee. Blokjes om waren voor bejaarden, zo vond Ik was even mijn nieuwe energiestatus van superbejaarde vergeten.

Maar omdat ik tot niets anders in staat was liep ik in die periode heel wat ā€˜blokjes om’. Maar naarmate de uitdaging daarvanaf ging (vlak na mijn beroerte was het namelijk lage tijd best spannend òf ik zo’n blokje überhaupt vol kon houden) begon ik wandelen in m’n eentje saai te vinden. 

Toevalligerwijs wilde het dochtertje van mijn vriend op dat moment ook heel graag een hond. En zo kwam Nora – de meest geweldige herder-husky combinatie die je kan verzinnen – in ons leven. En dat had op mij meer effect dan het opfleuren van mijn wandelingetjes (wat trouwens absoluut gebeurde, ik keek minstens zo naar uit als de hond!): het vier keer moeten wandelen gaf structuur aan mijn dag, de verzorging werd een zinvol doel, Noors constante aanwezigheid (ze ging overal mee naartoe) hielp tegen de eenzaamheid en haar lieve, positieve en blije aanwezigheid kleurde iedere dag. Toen ze na vier jaar onverwachts overleed aan kanker was ik compleet van slag. Het duurde maanden voor ik haar dood verwerkt had. Maar, na een paar weken, terwijl het rouwen nog voorbij was, wist ik een ding zeker: ik wilde een nieuwe hond! En zo kwam, na een half jaar, Smokey in mijn leven. En het wonder dat hond heet voltrok zich opnieuw. En nu hoop ik op een derde wondertješŸ™

Smokey