Celsa

Wanneer mijn vermoeidheid echt lang aanhoudt en ik het even helemaal niet meer zie zitten bel ik mijn moeder. Zo ook afgelopen voorjaar, ik vertelde haar over mijn vermoeidheid waar maar geen eind aan leek te komen en waarmee ik me steeds minder raad wist, over Bloody Mary die maar niet wegging en die een steeds grotere plaats innam in mijn bestaan en over mijn mislukte zoektocht naar een ‘held’ waarvan ik had gehoopt dat die me zou helpen een houding te vinden in deze situatie.Mijn moeder vroeg me waaraan die held zou moeten voldoen. Ik antwoorde dat stoere spierballentypes en alles met bovenmenselijke krachten ongeschikt waren; ik worstelde met erg menselijke problemen en was op dat moment alleen geïnteresseerd in hoe mensen die niets of weinig meer konden een zinvolle draai aan hun leven gaven. ‘Ik zoek dus eigenlijk een zwakke held’, hoorde ik mezelf zeggen. En terwijl ik twijfelde of dat niet te tegenstrijdig klonk, hoorde ik mijn moeder vragen of ik aan tante Celsa had gedacht.Tante Celsa was de lievelingstante van mijn moeder. Het enige dat ik van haar weet is dat ze non was en dat dat gegeven mij als klein meisje mateloos fascineerde. Ze moet overleden zijn toen ik nog jong was want ik heb verder geen herinneringen aan haar. Ik had dus ook niet aan haar gedacht tijdens mijn heldenqueeste.

Mijn moeder appte een foto van Celsa toen ze nog Sientje heette, van voordat ze het klooster in ging. Vanaf mijn mobiel lachte een jonge vrouw met een prachtige bos onstuimige krullen mij toe. Ze straalde trots en onafhankelijkheid uit en haar blik was er een van vriendelijke, levendigheid en positiviteit. Het beeld deed me denken aan een jaren vijftig filmster of Tweede Wereldoorlog verzetsvrouw. De vrouw op deze foto leek in de verste verte niet op een kloosterzuster, zelfs niet op de Julie-Andrews-Sound-of-Music versie, de meest losse non die ik kende; ze was werelds, niets aan haar leek devoot of religieus. Mijn moeder omschreef haar als iemand die veel hield van zingen en dansen, iemand die graag mooie dingen maakte met een goed gevoel voor humor. Wat was er met deze vrouw gebeurd dat haar had doen besluiten haar leven aan god te wijden?Mijn moeder vertelde dat Sientje schildklieraandoening had waardoor ze vaak moe was. Die vermoeidheid was onregelmatig en onvoorspelbaar. Dat maakte het moeilijk om werk te vinden en te houden wanneer ze het gevonden had. Dus zo eindigde ze haar carrière als kamernierster in de linnenkamer omdat dat werk het minst belastend was. In die periode nam Tante Sien altijd poppenkleertjes voor mijn moeder mee, die maakte van restjes stof. Maar soms had ze zelfs daarvoor te weinig energie. Dan beloofde Sien ze een volgende keer mee te nemen wat ze altijd deed.

Het leiden van een normaal werkzaam leven kostte Sien veel moeite en ze vond het vervelend om anderen tot last te zijn. Dus ik dacht ze het klooster in was gegaan om die ‘problemen’ op te lossen. Maar dat was niet zo. Er was een andere, schrijnender reden; Toen Siens moeder ernstig ziek werd, beloofde Sien aan God dat ze non zou worden als haar moeder niet zou overlijden … haar moeder herstelde. Dus – zo beloofd, zo gedaan – Sien trad in bij de Franciscanessen en werd Zuster Celsa, en dat was dat.Celsa’s klooster behoorde tot een strenge orde; er werd minimaal gesproken en er waren ontzettend veel regels, de gewone kloosterzusters hadden nauwelijks persoonlijk bezit (mijn moeder stuurde jarenlang pakjes met zeep, tandpasta, panty’s en dergelijke). Al het gemeenschappelijk bezit moest gedeeld worden en daar waren ook weer regels voor. Het was deze combinatie van factoren waardoor Sien niet naar de begrafenis van haar moeder kon toen die overleed; een andere non had vóór haar de kloosterauto gereserveerd en geld voor het openbaar vervoer had ze niet. Maar het kon nog erger, de grootste hekel had ze aan de openbare biecht waarbij zusters ten overstaan van de hele gemeenschap hun zonden moesten opbiechten. Vervolgens werden ze naar de ingang van de kapel gestuurd, waar ze op de grond moesten gaan liggen en bij het verlaten van de dienst liepen de overige nonnen over hen heen. Natuurlijk was er een regel die stelde dat het verboden was over dit soort praktijken in de buitenwereld te praten…maar daar hield Celsa zich niet aan. Net als sommige andere regels, bijvoorbeeld toen mijn moeder haar bezocht en Celsa haar een altaardoek dat ze geborduurd had wilde laten zien terwijl bezoekers helemaal niet bij het altaar mochten komen.

Mijn moeder heeft Celsa nooit horen klagen over haar leven. Ze bleef positief, vriendelijk, mild en een klein beetje ondeugend. En de paar keer dat ze het klooster verliet en mijn oma bezocht, mijn moeder was inmiddels het huis al uit, hadden ze lol als een stelletje schoolmeiden. Toen een aantal Franciscanessen het klooster verliet en vanuit de wereld hun geloof ging uitdragen vroeg mijn moeder Celsa waarom ze niet met hen meeging. Weer luidde het antwoord dat ze niemand tot last wilde zijn maar ze zei ook dat het leven wat ze nu leidde háár leven was, en dat het daarom goed was.En dus bleef Sientje zuster Celsa tot ze stierf.

Celsa’s verhaal maakte indruk. Ik werd er een beetje verdrietig van maar voelde me tegelijkertijd ook blij, trots en, om een of andere reden, hoopvol. Ik vroeg mijn moeder of zij geloofde dat Celsa echt tevreden was over haar leven. Mijn moeder dacht van wel. Ze zag Celsa als een soort Boeddhist met het talent situaties zonder oordeel te accepteren en vreugde en voldoening te putten uit kleine dingen en zo altijd haar mildheid te behouden.Dat klonk logisch. Dat wilde ik ook kunnen.In de weken na het gesprek met mijn moeder bleef mijn eigen situatie onveranderd. Ik dacht veel aan Celsa maar hoe inspirerend ik haar verhaal ook vond, ik en wist niet hoe haar houding naar mijn eigen leven te vertalen. En eerlijk gezegd vond ik dat Boeddhistische ook wel wat zweverig en daardoor ongrijpbaar.Maar toch moest ik dingen veranderen! Misschien moest ik gaan praten met een therapeut. Ik stelde me voor wat die zou gaan zeggen, waarschijnlijk dat ik anders naar dingen zou moeten kijken, meer waarderen wat ik wel heb. Dat kon ik natuurlijk ook zonder dat consult gaan doen. Dus ik probeerde, heel kunstmatig, op een dankbare manier naar mijn leven te kijken. Iedere keer als ik maar iets positiefs ervaarde moest ik dat in mijn hoofd benoemen: ‘Ik ben dankbaar voor de zon’, Ik ben dankbaar voor de thee’ ‘Ik ben dankbaar voor mijn hond’, ‘Ik ben dankbaar voor het ruisen van de wind door de bomen’. Er bleken opeens heel veel dingen te zijn waarvoor ik dankbaar was. Dat voelde positief. En met dat gevoel veranderde nog iets in mij, ik besefte dat ik mijn leven zoals dat is moet ‘ownen’; al het goede hoort bij mij, en al mindere ook. Ik kan er over klagen, er van alles over vinden maar dat verandert mijn situatie niet het verandert mij als persoon, en dat wil ik niet.Ik denk dat mijn heldin Celsa dàt inzicht ook had. En omdat ik vermoed haar in de toekomst nog wel eens nodig te hebben heb ik een InnerMe op haar gebasseerd: InnerMe Autie C💛

Every cloudblog: Vincent van Gogh

De meest recente historische biografie van @everycloud.blog gaat over mijn held, Vincent Van Gogh. Omdat Every cloud een positieve website over psychische kwetsbaarheid is wilde ik een portret maken van een positieve Vincent; of in ieder geval tevreden en ontspannen. Maar van dìe Vincent kon ik geen beelden vinden, op al zijn zelfportretten kijkt hij moeilijk – op z’n minst geconcentreerd, op sommige ronduit gekweld. En dat is niet zo vreemd, want een zelfportret maken is geen sinecure en als je daarbij bedekt dat Van Gogh vooral zelfportretten maakte omdat hij geen modellen kon betalen, weet je in ieder geval dat hij op dat moment een financieel moeilijke periode doormaakte.Dus dit portret is gebaseerd op mijn beeld van een tevreden Van Gogh, denkend aan een volgend schilderij of nagenietend van de natuur. Uit zijn brieven blijkt dat hij dat soort momenten absoluut ook heeft gekend.

Everycloud.blog is opgeheven. De historische blogs van Lotje worden opgenomen door Psychosenet.nl

Bloody Mary in Period Magazine!

🩸Nadat ik Bloody Mary op Instagram en Twitter had gedeeld nam Paula Kragten, de oprichter van Period!, contact op om mijn verhaal te horen. Er volgde een leuk telefoongesprek en in november was Bloody Mary te vinden op de website van Period! Magazine.🩸

Bloody Mary: a very graphic story

🩸

Spring 2020 I was visited by Bloody Mary – aka the ‘bleeds-under-an-hour-through-a-SUPER-plus-tampon-WOMAN’.

Just so you know, Bloody Mary is not your average type of super hero; she has very peculiar super powers.

Bloody Mary the SUPERtamponWOMAN - menstruation illustration - menopause art by Marieke Nijhof for Proud Mary overgangster

🩸

And whether I wanted to or not, Bloody Mary transferred her bizarre superpowers onto me. Until her visit I was blessed with a regular and modest period with little or no PMS, but now, I literally ‘peed’ blood; no tampon or pad could absorb the continuous floods of blood that kept streaming from my body.

🩸

Which resulted in me leaving permanent marks everywhere I sat.

🩸

Suddenly I was able to fly into toilets faster than you could say “Pardon, my period!”, and ‘disappear’ in there for hours.

🩸

Sometimes I bled my brains out, several times a day, and still managed to stand up.

🩸

And, all of this I could do this for days on end.

Over ~ and over ~ and over again!

🩸

So, I adopted, Bloody Mary’s motto:

Normal is for sissies!

🩸

Because of my superhuman menstrual bleeding, I suddenly suspected that other minor abilities (like spontaneous peeing and crying – sometimes simultaneously-, breathing ‘fire’, hearing a a soft hissing sound throughout the entire day and being able to withstand all sexual temptation!) and some physical changes (dry eyes, tongue and vagina, insects living under the skin of my lower legs, growing dry sore skin under my feet and finally larger – yet painful!- breasts) could maybe also be ascribed to my new super hero status. I wondered why these powers were given to me now. I suspected that maybe Bloody Mary’s visit had to do with me being menopausal. But I was only forty-two. Was that even possible?

🩸

When I checked this with my GP she dismissed the idea resolutely because I was too young; according to her Bloody Mary only visited women of fifty and older, and their special power was heating up their body temperature faster than a child with fever. ‘Did I have that power?’ … The answer was ‘no’. So, she concluded, these other ‘changes’ I perceived were probably in my head, or caused by stress or fatigue, which pretty much boiled down to the same conclusion…

Somehow I felt that my GP and I were not seeing eye to eye about this Bloody Mary business.

🩸

‘Lucky’ for me my heavy bleeding continued. One morning it was so bad I couldn’t get out of bed. I called my GP who suddenly became very alarmed. She now admitted that, maybe yes, I was in menopause, but she didn’t want to rule out the possibility that I had fibroids (‘vleesbomen’ in Dutch, which literally translates to ‘meat trees’). She told me I needed an ultrasound to rule those out.

🩸

The ultrasound was clear and the hospital Obgyn recommended hormone pills to stop the bleeding. My GP informed me of this on Friday just before five and urged me to go to the pharmacy to get them; I had to act fast or I would bleed out. She assured me these drugs would be save for me, referring to the stroke I had had ten years ago. This baffled me: ten years ago I was told to stop taking the contraceptive pill because the hormones could cause a new stroke. I’m terrible at making decisions under pressure, I needed time to think this through, but there wasn’t any. I knew the pharmacy would close at five. So, I dragged myself there and bought the pills while crying at the register. I shared my concerns with the pharmacist who was clearly upset by my behaviour.

🩸

That night I decided to take the pills.

I did not suffer another stroke, but lo’ and behold, the hormones made my breast grow again (one even started lactating) and I could feel my body retain all fluids inside. Within hours I had transformed into a human tampon…with breasts.

O, and the bleeding stopped for ten days, after which I had a normal period.

Bloody Mary had finally left.

🩸

Because I didn’t know if her absence was permanent I had booked an appointment with the Obgyn at my GP’s. At the day of the consult the Obgyn was late, very late, I had to wait for almost an hour. Suddenly I heard a gruff male voice mention the word ‘late’ to the practice assistance. This couldn’t be the Obgyn, could it? When I was called into the office I saw a grumpy Greek butcher sitting behind a desk, the appearance matched the voice. I told my story, the Butcher barely listened. When I asked for advice he said I would be wise to have my endometrium removed. I responded that I had read about this procedure and found that it did’t always work and asked for an alternative. The Butcher became visibly annoyed with me and started pressing his case. I barely managed to stand my ground and repeat I did not want that surgery. He ended the conversation by telling me I could make an enormous mistake because some women suffered these bleedings for ten years.

I left the practice rattled, felt sorry for all the Butcher’s patients and reported the ‘consult’ to my GP.

🩸

I was lucky, Bloody Mary did not return, my bleeding stopped completely. Unfortunately, that didn’t mean my menopausal complaints were over, far from it! But that’s something for a different (graphic) story …

Mary’s Heroes 2

Het was alweer wat jaartjes geleden maar ik moest dus weer op heldenjacht. Dat klonk best tricky. Want hoe en waar vindt een mens een held, helemaal als dat mens nauwelijks haar deur uitkomt? Maar misschien hoefde ik helemaal de deur niet uit, Scary Mary had ik ook gewoon achter mijn bureau ‘gevonden’; in mijn hoofd, hart en de gedachte aan mijn leslokaal. Voor een held moest ik blijkbaar putten uit mijn leven, dingen die mij míj maakten, en dingen die mij wat te bieden hadden (de superpowers) en als die dingen dan ook nog een beetje lekker rijmden op ‘Mary’ (want een beetje held is internationaal, en dan ‘bekt Engels het lekkerst’), dan had ik haar gevonden.Met deze uitgangspunten, en het Engels werd daarbij spontaan leidend, bedacht ik de volgende mogelijke ‘supers’ (groepsportret eerst, afzonderlijke omschrijvingen daaronder):

Fairy Mairy

+ heeft vleugels

– draagt altijd lichtroze of lila ~ draagt nooit schoenen ~ heeft erg veel vierjarige vrouwelijke fans

Me: ?

Superpowers: vliegen en toveren

Dairy Mary:

+ het is een koe

– het is een koe

Me: Ik was als student enorm koeienfan en ging dus met een complete koeienuitzet (van de Xenos) op kamers. (Inmiddels resteren van die inboedel nog anderhalve theedoek en een handoek.)

Superpowers: koeien zijn super-Zen

Prairie Mary:

+ rijdt paard ~ kan lassowerpen

– heeft een revolver (ik ben overtuigd pacifist, volgens mij veroorzaken wapens alleen maar ellende)

Me: I ❤️ horsies

Superpowers: ?

Hairy Mary:

+ ?

– overbehaard

Me: Ik was vroeger een behoorlijk harig beestje. Als baby zaten mijn schoudertjes onder het donshaar (mijn moeder vond dat superschattig) die vielen gelukkig later uit. Mijn tienertrauma’s waren (naast een grote neus en kleine borsten) mijn monobrauw (ik kon zo het kleine zusje van Frida Kahlo of Bert uit Sesamstraat zijn) en snor (ook Kahlo waardig, mijn broertje heeft er ooit nog een sinterklaasgedicht getiteld ‘ Old Spice’ voor geschreven, nadat ik de snor had geprobeerd te verwijderen met een was en als gevolg daarvan dagenlang met een opgezwollen lip had gelopen). En, in aanzienlijk mindere mate, de haren op mijn arm waar de blonde brugklas bully maar opmerkingen over bleef maken.

Superpowers: ?

Cemetery Mary:

+ ?

– dood

Me: themaatje, zolang ik leef als de dood voor de dood

Superpowers: ?

En na Cementary Mary besloot mijn heldenjacht maar weer even te staken …

Mary’s heroes 1

Vanaf maart ging het niet goed met mij: eerst kwam Corona (stress), toen kreeg ik griep (en nog meer stress) en daarna bleef het, zonder duidelijke oorzaak, klungelen met mijn energie. Het lukte me maar net – vaak met de nodige kunst en vliegwerk – om mijn dagelijkse routine af te werken. Soms zat er een betere dag tussen, soms twee, maar vervolgens was het weer hangen en wurgen. Dat duurde dagen, weken en uiteindelijk maanden.

Nu ben ik weinig en ‘wiebele’ energie wel gewend, maar dit keer trok het een wissel op mijn gemoed. Ik voelde me zwak, nietig en nutteloos. Ellendige grote vragen, drongen zich aan mij op: Wat heb ik de wereld te bieden? Wie heeft wat aan mij? Wat voor vriendin/dochter/zus/werknemer/baasje ben ik eigenlijk? Wat voeg ik überhaupt toe? En wat is het nut van een leven van wachten tot het beter gaat?

Al die vragen maakten me verdrietig en een beetje wanhopig. Ik voelde dat ik op zoek moest naar iets dat houvast bood, iets dat richting gaf: een plan, een motto, een idee. Dat ‘iets’ kon overigens ook een persoon zijn…of wat dan ook… Maar voorlopig lag ik verfrommeld in bed schetsjes in oude Moleskines te bekijken (voor tekenen had ik te weinig energie).

In het boekje waarin ik doodelde als beginnend docent vielen twee tekeningetjes op: Miss Mary, mijn alter-ego van toen, een – je verwacht het niet – coole juf Engels en haar superheldversie, Scary Miss Mary. Ik vermoed dat die laatste haar ontstaan dankt aan het feit dat ik inmiddels voldoende leservaring had om te weten dat lesgeven niet voor gewone stervelingen is, maar een beroep dat super powers vereist.

Scary Miss Mary’s super power was dan ook het geven van lessen die íedereen fantastisch vond.Er zat iets aandoenlijks en iets hoopgevends in die herinnering aan dat kersverse docentje, dat daar met onontwikkelde docentvaardigheden stond te overleven voor de klas, en haar getekende stripheld met als superkracht ‘geweldig lesgeven’.

Geen van de Mary’s haalde het tot in mijn lessen, beiden bleven schetsjes in een schriftje (beginnend docenten hebben namelijk enkel tijd voor direct lesgerelateerde zaken) maar na het zien van deze figuurtjes wist ik, ik moet op zoek naar een held.