Plotseling patiënt:  Op zaal ~ twee dagen na het infarct         

Op dag drie mag ik ‘op zaal’. Spannend, want daar lig ik niet aan monitoren, en houdt niemand me direct in de gaten.’Zaal’ blijkt een groot woord voor de kamer die ik deel met  een andere patiënt: Meneer Van Dorp, een vaderlijke veertiger met een geschoren hoofd en dramatisch litteken op zijn schedel. Op het moment dat ik met bed en al de kamer in word gereden is hij halfliggend voor de TV zijn ontbijt aan het verorberen. Zijn matte begroeting wijt ik aan zijn zeer hersenletsel.

Terwijl ik geïnstalleerd word komt een zuster de kamer binnen met een ziekenhuisbed waarop een grote bak is gemonteerd. De installatie blijkt bestemd voor mijn buurman die nog moet douchen. Het gestommel achter het gordijn doet vermoeden dat meneer Van Dorp in de  ziekenhuisbedbak geladen word. Zeker weten doe ik dat niet, want als het gordijn weer open gaat en de bak eruit gereden wordt, zie ik een leeg bed: de grote ziekenhuisverdwijntruc. 

Mijn mobiel gaat. Het is een collega. Ik praat in korte zinnen tegen hem; hoewel mijn verlamming bijna over is, kost spreken me nog steeds enorme moeite. Ik ben benieuwd in hoeverre mijn spraak zich zal herstellen. Ondertussen is meneer Van Dorp nog steeds niet terug. Ik denk, als ze hier zolang over douchen doen valt het in dit ziekenhuis wel mee met de tijd die er aan patiënten besteed wordt.

Terwijl ik tijdens de koffie mijn menukeus voor het avondeten aan de diëtiste doorgeef komt meneer Van Dorp terug. Hij is direct na het douchen naar groep geweest, leid ik af uit het gesprek dat de zusters met hem voeren. ‘Groep’ blijkt interne revalidatie te zijn. Een  ergotherapeut neemt ‘Zelf revalideren na hersenletsel’ met meneer Van Dorp door. Als de ergo weg is slaat hij direct aan het oefenen. Na tien minuten zakt hij heftig zwetend, met een knalrood hoofd, uitgeput in elkaar. Foute boel!, denk ik en ik druk op mijn alarmbel. Het duurt even voordat een zuster komt. ‘U had gebeld?’ Ik wijs naar meneer Van Dorp. ‘Ach gut, het is allemaal een beetje veel voor hem geweest!’, constateert ze nuchter en ze gaat een collegazuster halen om meneer Van Dorp in bed te leggen. 

Goeie genade, denk ik, zo ziet het er dus uit als je na een hersenbeschadiging een beetje teveel doet. Dus ik maak een mental note: Straks niet te enthousiast revalideren!