Plotseling patient: Op de medium care ~de dag van het infract

Ik word naar de medium care gebracht. Tot vandaag wist ik niet dat zoiets bestond, maar eigenlijk is het logisch: de intensive care is voor urgente gevallen, de medium care voor patiënten die wel bewaakt moeten worden maar niet kritiek zijn. 

Omdat ik mijn lenzen niet in heb zie ik slecht. Met mijn vage zicht ontwaar ik mijn omgeving: ik ben op de ziekenzaal van het gesticht uit One Flew over the Cuckoo’s Nest beland met   bedden in een hoek en aan een kant ramen. Het mintgroene verpleegstersstation, van glas met een hoge balie, is daar tegenover. En verdomd als het niet waar is, de zaak word gerund door een big nurse: forse vrouw, forse boezen, strenge bob, rode lippenstift en dito bril. Ik vind haar een beetje eng. 

Van mijn medepatiënten is er niemand voor de volle honderd procent bij: er zijn relatief veel verwarde bejaarden, rechts naast mij ligt een vrouw met nekband. Ik weet niet wat ze heeft, zij ook niet, ze zit onder de medicijnen en ‘lalt’ er lustig op los. Achterin de zaal ligt een autistischachtig meisje dat niet praat.

Ineens verschijnen er een arts en twee vrouwelijke co-assistenten aan mijn bed. Weer moet ik vragen beantwoorden en word ik getest; handen hoog, voet wegduwen, knie-hamertje-tik… Rechts doet nog steeds maar voor de helft mee. De dokter praat Potjeslatijn tegen zijn assistentes. Wanneer hij zich tot mij richt laat hij weten dat ik voor morgen een MRI-scan op het programma heb. Verder moet ik rusten. In het kader daarvan wordt mijn vriend verzocht te vertrekken. Ik vind dat verschrikkelijk. Hij vraagt wat ik nodig heb. Ik mompel, ‘pyjama – lenzen – bril – boek’. Hij schrijft het op, kust me en gaat weg. Hij is de zaal nog niet af of ik raak in een halfslaaptoestand. Niets boeit me meer.

Als ik wakker word voel ik me aanzienlijk beter. Het is etenstijd en ondanks dat ik doorgegeven heb dat ik vegetariër ben krijg ik kip. Maar ook dat interesseert me niet. Mijn vriend is terug, hij ziet er moe uit. Hij heeft mijn familie en werk ingelicht. Als het bezoekuur is afgelopen gaat hij weer weg.

Dit wordt mijn eerste nacht in een ziekenhuis. Misschien ga ik wel dood hier en raak nog steeds niet in paniek bij die gedachte. Ik kijk naar de machine waar ik aan lig. De lampjes knipperen vredig.